Dementie verandert mensen. Soms zó sterk, dat hun naasten, behandelaars, begeleiders en verzorgers met hun handen in het haar komen te zitten. Dat geldt bijvoorbeeld voor Marianne Neervens. Zij zag haar lieve, rustige, intelligente man meer en meer veranderen in iemand voor wie ze soms bang was. “Wat begon met vergeetachtigheid en verlies van praktische vaardigheden, breidde zich stap voor stap uit naar verbaal en een enkele keer ook fysiek geweld. Ik kon Joop lang goed lezen en sturen, maar dat lukte me steeds minder. Uiteindelijk was een crisisopname bij De Waalboog nodig.”
Problemen met gedrag
Behalve agressie zijn er meer problemen die door dementie kunnen ontstaan, vertelt GZ-psychologe Josja Hermsen. “Er zijn mensen die weg willen van hun (tijdelijke) woonplek. Lukt dat niet via de deur, dan proberen ze het via het balkon of raam. Anderen roepen continu of hebben bijvoorbeeld last van verzameldrang, waardoor ze steeds de kamers van medebewoners opgaan. In al die gevallen geldt: hoe eerder specialistische professionals betrokken worden, hoe beter. Te lang wachten is voor niemand goed. De persoon met dementie raakt dan meer en meer ontregeld en de druk op thuisfront, team en/of medebewoners neemt steeds verder toe.”
Regionaal Consultatieteam Gedrag
Josja is gespecialiseerd in dementie met zeer ernstig probleemgedrag (D-zep). Dat geldt ook voor haar collega Anke Rijnen. Zij werken allebei op afdeling Wingerd. Daarnaast zijn ze als D-zep-experts betrokken bij het Regionaal Consultatieteam Gedrag (RCG), waarin ook Waalboog-experts op de twee andere specialistische doelgroepen zitten: jong dementie en gerontopsychiatrie (psychiatrische problemen in combinatie met ouderdomsproblematiek).
Triage
Het RCG werkt met consulenten. Dat zijn bijvoorbeeld specialisten ouderengeneeskunde, gz-psychologen, verpleegkundigen, therapeuten en verzorgenden – allemaal zijn ze professionals van De Waalboog. Zorgorganisaties in de regio kunnen via Zorgdomein een beroep op hen doen om een passende benadering, behandeling of verandering in te zetten. Aanvragen worden na ontvangst zorgvuldig beoordeeld: onder welke specialistische doelgroep valt de patiënt? Anke: “Vervolgens gaan onze consulenten in gesprek met de aanmelders: Wat gaat er verder schuil achter de hulpvraag? Is een eenmalig advies voldoende of is er meer nodig? Dat laatste is regelmatig het geval. We bezoeken dan de afdeling die de hulpvraag heeft gesteld.”
Concrete oplossingen en coaching
Het RCG denkt, kijkt en helpt mee om concrete oplossingen te vinden, vertelt Josja: “Teams zijn regelmatig wat handelingsverlegen en realiseren zich soms te weinig hoeveel kennis ze feitelijk in huis hebben. Wij helpen die kennis naar boven halen en vullen die aan met onze specifieke expertise en ervaring. Denk bijvoorbeeld aan het aanscherpen van een benaderingsplan, uitleg aan naasten of coaching van het team in omgaan met complex gedrag.” De insteek is dat cliënten na ondersteuning door het RCG kunnen blijven wonen waar ze wonen, vult Anke aan: “Maar binnen ons specialisme, de mensen met dementie en ernstig probleemgedrag, loopt het ook weleens anders. Dat kan om verschillende redenen zijn: de rek is eruit, naasten zijn het vertrouwen kwijt, de menskracht ontbreekt om expertise daadwerkelijk in te zetten, of de fysieke of sociale omgeving leidt bijvoorbeeld tot teveel prikkels voor de cliënt. In dat geval verhuist een patiënt tijdelijk naar ons behandelafdeling Wingerd.”
De kracht van specialistische hulp
Marianne weet als geen ander wat specialistische hulp bij D-zep kan betekenen, voor Joop en haarzelf. “Als er niets met Joop te beginnen is, weet het personeel hem rustig te krijgen met een kalme toon en een aai over zijn arm of gezicht. Joop krijgt ook niets opgedrongen. Wil hij niet douchen? Dan gebeurt dat niet. Wil hij in zijn trui en broek naar bed? Dan mag dat. Ik word echt gezien als partner in de behandeling en krijg alle ruimte om voor Joop te zorgen, zoals nagels knippen en scheren. En, heel belangrijk: ook ik krijg alle steun. Eens in de zes weken praat ik met een maatschappelijk werkende van Wingerd. En ik heb ook veel aan de lotgenotenavonden die georganiseerd worden.”
Warme overdracht
Cliënten verblijven in principe tijdelijk op Wingerd. Tegen het einde van hun verblijf kijkt het team zorgvuldig naar de woonomgeving die na ontslag nodig is. Anke: “Welke woonomgeving past bij iemand, sociaal en fysiek? In dat hele proces wordt de familie steeds meegenomen en betrokken. Als de keuze gemaakt is, zorgen we voor een ‘warme’ overdracht naar die woonplek. Dat gebeurt niet alleen op papier, maar bij voorkeur ook in de praktijk: iemand van het ontvangende team loopt dan een tijdje mee op Wingerd of andersom.”
Voor sommige patiënten is een langdurig verblijf op Wingerd nodig; dat geldt bijvoorbeeld voor Mariannes man Joop. Josja: “Zo’n voortgezette behandeling is niet per se voor altijd: gedrag kan door het natuurlijke verloop van de dementie minder complex worden. Als dat gebeurt, gaan we alsnog op zoek naar een reguliere woonplek, die past bij wat iemand dan nodig heeft.” Of het voor Joop zover komt of niet: Marianne is blij met de rust die haar man op Wingerd vindt.
De Waalboog heeft expertise op het gebied van drie specialistische doelgroepen. Onze behandelafdeling Wingerd is erkend als landelijk doelgroepexpertisecentrum (DEC) voor D-zep; onze woonafdelingen gerontopsychiatrie en jong dementie zijn erkend als regionaal expertisecentrum (REC).